Top 10 risico's
In het onderstaande overzicht staan de top tien risico’s met de grootste financiële impact kort toegelicht, inclusief de genomen beheersmaatregelen. Deze top tien telt op tot een benodigde weerstandscapaciteit van 69,8 miljoen euro. De top 10 risico's bedraagt dus 89,5% van de totaal benodigde weerstandscapaciteit.
x € 1.000.000 | ||||||
Risico | Maatregelen | Gemiddeld financieel gevolg (50% zekerheid) | Bijdrage benodigde weerstands-capaciteit (90% zekerheid) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
1. Stationsgebied | Slimme ontwikkelingsstrategie en actieve marketing vastgoedprojecten, gemeentebrede proposities. Aanpassen van kaders op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; aanbestedingsstrategie, 'just in time' besluiten. Gerichte communicatie, overleg met partijen, prioriteiten stellen en goodwillacties. | 12,3 | 16,0 | |||
Het Stationsgebied blijft een complex en daardoor risicovol project. De uitvoering is ver gevorderd, maar tegelijkertijd worden er ook nog (detail-)onderhandelingen gevoerd met marktpartijen over de vastgoedprojecten. De uitvoering brengt ook nieuwe complexiteit met zich mee die te maken heeft met het bereikbaar, leefbaar en veilig houden van het gebied. Uit de risicoanalyse komen de volgende belangrijke risico’s naar voren (in willekeurige volgorde): | ||||||
2. Geheim risico | 12,1 | 15,6 | ||||
Geheim risico met betrekking tot het programma aantrekkelijke en groene leefomgeving | ||||||
3. SPUK'S | De uitwerking van de maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord is nog onbekend. Lobby richt zich ook op de nadere uitwerking van deze maatregelen. Zodra deze uitwerking bekend wordt is het mogelijk om bijsturingsmaatregelen in te stellen gericht op de beoogde verlaging van de administratieve lasten en beleidsvrijheid. | 10,5 | 13,6 | |||
Het nieuwe kabinet heeft een hoofdlijnenakkoord gepresenteerd als kader voor de nieuwe regeerperiode. In dit akkoord zijn beleidswijzigingen opgenomen. Een aantal voorstellen hebben direct of indirect impact op de uitvoering van onze taken. Een directe impact betreft het stopzetten van de bekostiging van de LVV en korting op de SPUK’s, dit betreft een extra korting op onze inkomsten of door een korting op het gemeentefonds of op omvang van het SPUK budget. Achtergrond van deze maatregel is dat administratieve lasten worden verminderd en door er sprake is van meer beleidsvrijheid om deze middelen te besteden. Echter bij een aantal van deze SPUK’s is sprake van verplichtingen uit convenanten en/ of meerjarige afspraken met de stad. In welke mate wij deze korting (tijdig) kunnen invullen is onzeker. Wel is zeker dat deze bezuiningsmaatregel een effect heeft op de uitvoering van ons beleid. | ||||||
4. Autonome groei volume Jeugdwet en Wmo | De oplossingen voor het verwachte tekort moeten overeenkomstig Amendement Utrechtse basis is een Absoluut minimum bij bezuinigingen, primair worden gevonden in het brede sociale domein op basis van de inhoudelijke uitgangspunten dat we: | 9,0 | 11,7 | |||
De vraag neemt toe en is sterk afhankelijk van externe factoren als prestatiedruk bij jeugd, vergrijzing en inzet op langer thuis wonen. Daarnaast neemt zorgduur en opvang toe door complexere problematieken en krapte op de woningmarkt waardoor uitstroom stagneert. Er is een inschatting gemaakt van de compensatiemiddelen Wmo vergrijzing voor de komende jaren en structureel. Bij de VJN was de inschatting behoedzamer. Aangezien het prognoses blijven, kan richting de toekomst mogelijk sprake zijn van een risico in termen van andere inkomsten dan nu geprognosticeerd en of ontwikkelingen op het gebied van Wm o vergrijzing. Daarom blijft het van belang daarop alert te zijn en gedurende de P&C cyclus waar nodig bij te sturen. | ||||||
5. Bijstandsbudget (BUIG) | Het model is inmiddels uit-ontwikkeld, wel zullen we ons blijven inzetten voor verdere (kleine) verbeteringen van het model die recht doen aan de Utrechtse situatie. | 3,9 | 5,1 | |||
Het risico is dat het jaarlijkse budget dat Utrecht vanuit het Rijk ontvangt voor de Participatiewet en BBZ onvoldoende is voor de uitkeringslasten. Iedereen die een uitkering aanvraagt en daar recht op heeft ontvangt de uitkering vanuit de gemeente, maar het jaarlijkse budget dat gemeentes hiervoor ontvangen hangt af van de landelijke ontwikkelingen in het macrobudget en het verdeelmodel (het verdelingspercentage per gemeente). | ||||||
6.UW Holding BV | Eind 2022 is het Ondernemingsplan UW 2023-2026 vastgesteld. In 2023 viel het financiële resultaat aanmerkelijk slechter uit dan volgens het ondernemingsplan begroot. | 2,3 | 2,9 | |||
Het Rijk heeft de Wsw per 1 januari 2015 dichtgezet waardoor de Wsw-groep steeds kleiner en ouder wordt. Daarbij zijn in de periode 2015 t/m 2020 grote bezuinigingen op het budget doorgevoerd. Tegenover de uitstroom uit de Wsw staat nieuwe instroom vanuit o.a. de Participatiewet. Deze is echter niet eenvoudig te realiseren. Een sluitende begroting vormt ieder jaar een uitdaging. Het risico bestaat dat UW een omvangrijk tekort realiseert. Als enig aandeelhouder en vanuit de verantwoordelijkheid voor de Wsw etc. loopt de gemeente daarmee een risico. | ||||||
7. Inkomsten gemeentefonds | Bij de begrotingsmomenten de ontwikkelingen beoordelen op het (gewijzigde) effect op het de inkomsten van het Rijk. Daarnaast worden via lobby specifieke onderwerpen onder de aandacht gebracht van het kabinet en de Kamerleden. Daarbij trekken we op met de VNG. | 1,1 | 1,4 | |||
De ontwikkelingen rond de Algemene uitkering zijn niet altijd goed in te schatten. Dit betreft de reguliere groei van het gemeentefonds (BBP-systematiek indexatie en volume), korting voor WOZ-waarde en de verwachte ontwikkelingen van het Rijk. We maken een inschatting van deze ontwikkelingen, hierin schuilt een financieel risico. De verwachte ontwikkelingen van het Rijk zijn (deels) opgenomen in het financieel beeld als risico-inschatting, zoals Hervormingsagenda jeugd, uitvoeringskosten Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouw. Het is onzeker of deze inkomsten ook werkelijk worden verwerkt in het gemeentefonds, met welk bedrag en wat het aandeel voor Utrecht is. | ||||||
8. Stopzetten Pilot Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) | • Lobby met VNG en 5 pilotgemeenten naar nieuw kabinet en JenV om te voorkomen dat pilot wordt afgebroken per 1 januari 2025. | 1,0 | 1,3 | |||
Door de val van het kabinet zijn de onderhandelingen over de toekomst van de LVV niet afgerond. Het is vooralsnog onduidelijk in hoeverre de Rijksbijdrage na 2024 wordt gecontinueerd. | ||||||
9. Terugverdienen Erkende Maatregelenlijsten Energiebesparende maatregelen | Het inrichten van een proces waarbij aantoonbaar is dat uitgevoerde maatregelen leiden tot lagere service- en stookkosten voor gebruikers. Het maken van afspraken met gebruikers op dit punt | 0,9 | 1,1 | |||
Het risico dat voor de huurder uitgevoerde EML maatregelen niet terug worden verdiend door een hogere huur of door een lagere subsidie via het beleidsveld | ||||||
10. Opvang Oekraïne: looptijd van de opvang | Indien de taakstelling en bekostigingsregeling afloopt, onderzoeken we welke andere doelgroepen we in tijdelijke opvanglocaties onder kunnen brengen. Daarnaast zullen we bij het Rijk lobbyen voor een overgangsregeling. Het is ook mogelijk om enkel opvang te organiseren voor de periode dat de bekostiging van het Rijk gegarandeerd is. | 0,8 | 1,0 | |||
Het Rijk heeft de gemeenten, waaronder de Gemeente Utrecht, gevraagd te voorzien in opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen. Hoewel de kosten gecompenseerd worden is nog geen duidelijkheid over de vraag naar opvangplekken en dus ook niet tot wanneer de regeling van het Rijk loopt. Tegelijkertijd lopen er meerjarige financiële verplichtingen waarmee we aan het eind van deze verplichtingen financieel risico lopen wanneer het niet meer nodig is om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. | ||||||
Bijdrage top 10 aan benodigde weerstandscapaciteit | 53,9 | 69,8 | ||||
Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 78,0 |