Voor u ligt de Programmabegroting 2025. Deze programmabegroting is een uitwerking van de Voorjaarsnota 2024. De keuzes die in de Voorjaarsnota zijn gemaakt en waarover de gemeenteraad heeft besloten, zijn in deze Programmabegroting verder uitgewerkt. Ook dit jaar presenteren we een sluitende begroting, ondanks het financieel zware weer. De maatregelen die we nu nemen, zorgen voor een structureel en houdbaar financieel beeld en dit biedt ons ruimte voor eventuele bijstellingen in de toekomst. Deze Programmabegroting biedt namelijk ook een doorkijk naar de komende jaren. We zien dat de financiële positie van de gemeente onze continu aandacht vraagt. We zullen keuzes moeten blijven maken om de gemeente nu en in de toekomst financieel gezond te houden. Want financiële stabiliteit is dus belangrijk om te kunnen anticiperen op toekomstige veranderingen in het financiële beeld, maar vooral ook omdat we willen blijven investeren in onze stad, onze inwoners en ondernemers. Dit college schuift de grote uitdagingen namelijk niet door. We blijven ons onverminderd inzetten voor kansengelijkheid, duurzaamheid en een woning voor iedereen. In onze groene, leefbare en levendige stad voor iedereen. Voor de toekomst.
Financiële beeld
De Programmabegroting 2024 liet vanaf 2026 een tekort zien van ruim 35 miljoen euro. Dit komt vooral omdat we onvoldoende gecompenseerd worden door het Rijk voor de taken die gemeenten doen. Bij de Voorjaarsnota 2024 was dit tekort opgelopen tot structureel 93,4 miljoen euro. Dit als gevolg van een verschil in geraamde inkomsten uit het gemeentefonds (40 miljoen euro structureel vanaf 2027). Van autonome en onvermijdelijke ontwikkelingen (loon-, prijs, en renteontwikkelingen), van compensatie via het gemeentefonds, het moeten voldoen aan Europese richtlijnen voor informatiebeveiliging en de bijstelling van budget om ons vastgoed te kunnen onderhouden.
Financiële maatregelen die we hebben genomen bij de Voorjaarsnota
We schuiven verantwoordelijkheden niet door naar de toekomst en hebben daarom bij de Voorjaarsnota 2024 een aantal stevige maatregelen genomen die nu zijn uitgewerkt in deze programmabegroting. Met vijf concrete (financiële) maatregelen brengen we onze financiën op orde en zorgen we dat de gemeente weer meer weerbaar en wendbaar is:
- We lossen het tekort op korte en lange termijn op
Dit college wil blijven investeren in de stad en de gevolgen van de financiële tekorten zo min mogelijk bij de inwoners van Utrecht leggen. Daarom is gekozen om een deel van het tekort op te lossen door incidenteel middelen uit de reserves vrij te laten vallen. Financiële stabiliteit betekent dat er in de toekomst voldoende vrij besteedbaar vermogen moet zijn om nieuwe klappen op te kunnen vangen. Dit is de reden dat we terughoudend zijn met het inzetten van de algemene reserve.
- We houden de investeringsbegroting tegen het licht: reëel ramen
De financiële situatie vraagt ons ook om kritisch te kijken naar onze investeringen. Kunnen investeringen uitgesteld worden? Zijn geplande investeringen echt nodig? Zijn de investeringen haalbaar? Door reëel ramen krijgen we hier een beter inzicht in. En ook door het invoeren van een investeringsplafond krijgen we meer grip op de uitgaven. De eerste stappen hiertoe zijn gezet en dit wordt verder ingevoerd in aanloop naar de Voorjaarsnota 2025.
- We hebben concrete bezuinigingsvoorstellen doorgevoerd
In de Voorjaarsnota 2024 zijn voorstellen gedaan voor 35 miljoen euro structureel aan concrete bezuinigingsmaatregelen. Deze zijn voorgelegd aan de gemeenteraad. De raad heeft met de meeste voorstellen ingestemd, waardoor in deze programmabegroting concrete bezuinigingen van in totaal 32 miljoen euro structureel zijn verwerkt.
- We zijn aan de slag met Hervormingsbezuinigingen
Hervormingsbezuinigingen
Met de groei van de stad is ook de gemeentelijke organisatie de afgelopen jaren sterk gegroeid. De oplossing voor het faciliteren van de groei van de stad zien we echter niet in de verdere groei van de organisatie, maar in efficiënter en slimmer organiseren en scherper prioriteren. We zullen duidelijke prioriteiten moeten stellen en scherpe keuzes moeten maken. Niet alles is mogelijk. Daarmee spelen we ook in op de krappe arbeidsmarkt en op de extra structurele bezuinigingen die nodig zijn. Goede uitvoering van beleid blijft onze prioriteit.
Er zijn drie hoofdrichtingen voor de hervormingsbezuinigingen:
- Efficiënter werken in de gemeentelijke organisatie en prioriteren van beleid
- Minder ambitie en kwaliteit
- Verhoging van het verdienvermogen
Wij beogen met de hervormingen structureel 25 miljoen euro te bezuinigen met een ingroeipad van 20 miljoen euro vanaf 2026. Sinds de Voorjaarsnota zijn mogelijke hervormingsbezuinigingen in kaart te brengen. In de bijlage hervormingsbezuinigingen wordt dit verder toegelicht.
Hervormingen Sociale domein
In de Voorjaarsnota 2023 heeft de raad de kaders en de opgaven voor de hervormingen sociaal domein vastgesteld. Met de hervormingen wordt vanuit inhoudelijke veranderingen een taakstelling ingevuld van 16 miljoen euro structureel. Deze taakstelling is verwerkt in de budgetten voor aanvullende zorg Wmo en Jeugd. Met onze partners brengen we nu de kosten binnen begroting. Hiervoor is incidenteel budget nodig, dit om te kunnen investeren in nieuwe ondersteuningsvormen en de versterking van de basiszorg en sociale basis. We stellen aan de raad voor om hiervoor een transitiebudget in te stellen. De bijlage Hervorming Sociaal Domein bevat uitgebreide informatie over de voortgang en actualisatie.
- We voeren een aantal lastenverzwaringen door
Als gevolg van de grote kortingen vanuit het Rijk zagen we ons genoodzaakt om een aantal lastenverzwaringen door te voeren. Het valt ons niet licht om van velen een bijdrage te vragen om de grote uitdagingen van Utrecht het hoofd te bieden. We vragen aan onze bezoekers een hogere toeristenbelasting. Ook verhogen we de parkeertarieven van onze eigen parkeergarages en we maken leges meer kostendekkend. Bij de verhoging van leges worden gerichte keuzes gemaakt om de meest kwetsbare doelgroepen te ontzien. Daarnaast stijgt de onroerendezaakbelasting (OZB). Daarbij tekenen we aan dat als het Rijk besluit tot een (meer) reële vergoeding van de taken van gemeenten, we deze maatregel als eerste zullen schrappen of verminderen.
Financiële positie
Omdat we er voor kiezen te blijven investeren in onze stad en onze inwoners en ondernemers heeft dat uiteraard ook financiële consequenties. Ondanks dat we wederom een sluitende meerjarige begroting hebben, is de flexibiliteit van de begroting verminderd en zijn de gevolgen voor de weerbaarheid van de programmabegroting zichtbaar. Dit alles is terug te zien in de financiële indicatoren.
We hebben onze reserves aan moeten spreken. En dat is in deze financiële periode logisch. Deze zijn immers bedoeld om bijvoorbeeld risico’s af te dekken of om een piek in de kosten over meerdere jaren te verdelen. Voor de periode 2025-2028 is onze weerstandscapaciteit voldoende. De verwachting is dat het weerstandsvermogen de komende jaren gemiddeld 1,0 blijft en hierdoor blijven we in staat om substantiële tegenvallers op te vangen zonder directe ingrepen in de begroting te hoeven doen.
Grafiek Ontwikkeling reservepositie 2024-2028
Investeren betekent ook dat we meer financieren met vreemd vermogen. De netto schuldquote geeft het niveau van de schuldenlast weer ten opzichte van het begrotingstotaal. Zoals u in de grafiek hieronder ziet, loopt de begrote netto schuldquote meerjarig op , maar blijft deze vooralsnog onder de 130% (meest risicovol). Dit is logisch, omdat we de geplande investeringen in de groei van onze stad financieren.
Omdat het belangrijk is dat onze ramingen reëel blijken, is er extra aandacht voor realistische planning van investeringsprojecten.
Grafiek Netto schuldquote 2024-2028
De solvabiliteitsratio duidt de financiële gezondheid van de gemeente. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen. En in de mate waarin de gemeente op korte en op lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. We zien dat het solvabiliteitsratio terugloopt van 21,7% in 2025 naar 19,2% in 2028. Dit is het gevolg van de investeringen die we blijven doen in de stad. Echter het geeft wel het belang aan om het eigen vermogen nu en in de toekomst te blijven versterken en grip te houden op de investeringen, mede ook met het oog op de ontwikkeling van de netto schuldquote.
Gezien het belang van een gezonde solvabiliteit zijn bij deze programmabegroting door het College reeds maatregelen genomen. Daarbij wordt het eigen vermogen versterkt en is kritisch gekeken naar de investeringsvolumes vooruitlopend op het instellen van een investeringsplafond.
Grafiek ontwikkeling solvabiliteit 2024-2028
Naast de inkomsten van het Rijk zijn de lokale belastingen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. De belastingcapaciteit geeft aan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het geeft een indicatie van de ruimte om extra inkomsten uit belastingen te genereren.
In 2025 neemt de belastingcapaciteit met 15% toe ten opzichte van het voorgaande jaar. De belastingcapaciteit kwam in 2024 uit op 116% en in 2025 komt de belastingcapaciteit uit op 131%. Dat houdt in dat de totale gemeentelijke kosten voor een meerpersoonshuishoudens 31% hoger liggen dan het landelijke gemiddelde. De stijging wordt mede veroorzaakt door enerzijds een tariefdifferentiatie bij afvalstoffenheffing. Waar voorheen twee tarieven werden gehanteerd voor de afvalstoffenheffing zijn er sinds 2024 vier tarieven. Anderzijds wordt het veroorzaakt door de extra verhoging van het OZB-tarief met 12%.
De regelgeving voor de bijdrage uit de verpakkingsindustrie is nog niet afgerond. Daarom hebben we de inkomsten voorlopig ondergebracht in de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Bij de Voorjaarsnota 2025 wordt afgewogen in hoeverre de egalisatiereserve wordt betrokken bij de tariefbepaling voor 2026 e.v.
Grafiek Belastingcapaciteit 2022-2025
We investeren jaarlijks vele miljoenen euro’s in de groei van onze stad en om de stad in goede staat te houden en te verbeteren. Bij deze programmabegroting wordt voor 2025 in totaal 195,8 miljoen euro (2024: 178,3 miljoen euro) nieuw geïnvesteerd. Het totaal zogenaamde geautoriseerd investeringskrediet tot en met 2025 komt daarmee uit op 1,97 miljard euro, hiervan is 600,5 miljoen euro gerealiseerd. De rest wordt in de komende jaren uitgegeven, waarvan in 2025 372,9 miljoen euro. De nieuwe investeringskredieten voor 2025 zijn als volgt over de programma’s verdeeld:
Grafiek Investeringskredieten 2025
In de geprognosticeerde balans wordt overigens rekening gehouden met een realisatie van 110 miljoen euro (excl. bijdrage van derden en afschrijvingen) per jaar. In de trend van de afgelopen jaren is zichtbaar dat de begrote investeringen versus gerealiseerde investeringen uiteenloopt en zich inmiddels beweegt rond de 100-110 miljoen euro. Op basis van de plannen en de programmeringen zijn de verwachte investeringsniveaus een stuk hoger. Het belang van reëel ramen en meer grip op investeringen wordt hiermee onderstreept en is daarmee een belangrijk (of belangrijkst) onderdeel geworden van onze financiële strategie.
Wat doen we in 2025 en verder?
We blijven zoals gezegd investeren in mensen en op plekken waar dit het hardste nodig is, binnen een financieel solide beleid. Maar wat gaan we concreet doen in 2025 en verder? De programma’s bevatten de doelstellingen en activiteiten die we in 2025 gaan uitvoeren, wanneer we verwachten deze te realiseren en wat het kost. Hieronder noemen we een aantal voorbeelden uit deze programma’s binnen de thema’s van het coalitieakkoord 2022-2026.
Kansengelijkheid
Utrecht wil een stad voor iedereen zijn. Een inclusieve stad waar het voor alle Utrechters goed, veilig en gezond wonen, werken en leven is. We voelen een grote verantwoordelijkheid om ongelijkheid tegen te gaan. Daarom investeren we in mensen en buurten die dit het hardste nodig hebben door middel van het principe Ongelijk Investeren voor Gelijke Kansen. In 2025, met de uitvoering van de beleidsnota Financiële Bestaanszekerheid, zetten we ons extra in voor gezinnen met kinderen. We gaan aan de slag met werk- en re-integratie-trajecten voor jongeren, huishoudens met kinderen, inburgeraars, statushouders en werkzoekenden met een structurele arbeidsbeperking. We implementeren de wetswijziging Van school naar duurzaam werk voor jongeren tot 27 jaar voor wie de arbeidsmarkt nog op afstand staat. We zetten in op het verbeteren van de overgang tussen activering en (beschut) werk. Op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid leggen we de focus op Utrechters en wijken en buurten waar de veiligheidsproblematiek het meest urgent is. We hebben vier prioriteiten: veiligere wijken, het tegengaan van excessen door maatschappelijke onrust, het tegengaan van ontwrichtende effecten van druggerelateerde criminaliteit en het vergroten van digitale veiligheid en online weerbaarheid. En we zetten in op het verkleinen van de gezondheidsverschillen door dit centraal te stellen in de nota Gezondheid 2023-2027.
Aanpakken woningnood
Woningzoekenden hebben te maken met lange wachttijden voor een sociale huurwoning. Dat geldt voor reguliere woningenzoekenden, maar ook voor kwetsbare mensen die een sociaal huurwoning nodig hebben zoals jongeren die nu verblijven in jeugdzorginstellingen, inwoners met een verblijfsvergunning en mensen die een beroep moeten doen op de maatschappelijke opvang. Het gevolg van de wachttijden is ook dat de doorstroom vanuit de sociale opvang stagneert. Daarom zet dit college vol in op de realisatie van zoveel mogelijk woningen in het sociale segment.
Het tempo waarmee woningen worden ontwikkeld, is lager dan gewenst. Dit komt omdat de grondstofprijzen en rentelasten zijn gestegen. Er is sprake van een tekort aan arbeidskrachten en we hebben te maken met de gevolgen van een vol stroomnet (netcongestie). Daarom blijven we inzetten op de Utrechtse Aanpak om de woningbouw op gang te houden. We richten ons op zowel het aanjagen van nieuwbouw als op het beter benutten van de bestaande voorraad. Wonen is een grondrecht in Nederland en wij zien het als een taak van de overheid om te zorgen dat er voldoende woningen zijn. Daarom zetten we de stap van woningmarkt naar volkshuisvesting.
Tegengaan klimaatcrisis
We werken aan een klimaatvriendelijker Utrecht. We richting ons hierbij hoofdzakelijk op het verduurzamen van energie en mobiliteit, op vergroening en het tegengaan van energiearmoede. Op dit moment wordt er gewerkt aan beleid om het Utrechtse energieverbruik in 2050 met 35% te verminderen. De klimaatvisie wordt in 2025 naar de raad gestuurd.
De netcongestieproblematiek in de regio Utrecht is groot. Het elektriciteitsnetwerk is bijna vol. Grote gebiedsontwikkelingen en opwekprojecten komen hierdoor in de knel. Om netcongestie het hoofd te bieden, gaan we onder andere energie besparen en meer isoleren en de energie-infrastructuur aanpassen.
In 2025 gaan we aan de slag met het uitvoeringsprogramma Groene Schaalsprong. We gaan versnellen om gelijke tred te houden met de ontwikkeling van grijs en groen. Ook gaan we aan de slag met de aanbevelingen uit het Rekenkamerrapport. We werken aan vergroening met cofinanciering, zoals bij het icoonproject Rondje Stadseiland. We realiseren vergroening in de groenarme wijken Noordwest, West en Rivierenwijk. Als we de Groene Schaalsprong willen versnellen, betekent dit dat er ook inspanningen nodig zijn van inwoners en grondeigenaren. Natuurlijk zullen we dit van harte stimuleren.
De in de Voorjaarsnota afgesproken bezuinigingen betekenen echter ook dat we alles op alles moeten blijven zetten om onze lange termijn ambities te realiseren.
Een levendige en leefbare stad
We werken aan een gezonde en levendige stad. Dit vraagt om investeringen in sport- en culturele voorzieningen, in winkelgebieden en in de openbare ruimte. Dit betekent dat we investeren in een nieuw zwembad in het Maximapark en dat we de sportcapaciteit op het sportpark Rijnvliet vergroten. 72 culturele instellingen die van Utrecht een lokaal en (inter)nationaal aantrekkelijke cultuurstad maken, krijgen subsidie. Deze instellingen zorgen voor culturele aanbod in alle wijken van de stad. Met de zogenaamde impulssubsidie willen we de Utrechtse nachtcultuur bevorderen. De Utrechtse economie moet zo veel mogelijk bijdragen aan de maatschappelijke doelen van de stad. Dat is het uitgangspunt van de Actieagenda Economie ’23-’26. Kennisinstellingen en ondernemers die een bijdrage leveren aan onze maatschappelijke doelstellingen zijn daarom meer dan welkom en we starten daarom ook met het kennis- en activatieprogramma Nieuwe Economie voor ondernemers. De City Deal Binnenstad wordt uitgevoerd, waarbij de lessen uit Morgen Mooier Maken mee worden genomen om de leegstand in de binnenstad tegen te gaan. Samen met opleiders en werkgevers stimuleren we circulariteit en de arbeidsmarktparticipatie van inwoners met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt door arbeidsmarktprogramma’s en -projecten.
Goede uitvoering en contact met de stad
Onze dienstverlening wordt al jaren goed gewaardeerd. Toch zien we ruimte voor verbetering. Met ons beleid op dienstverlening werken we verder aan toegankelijke en betrouwbare dienstverlening voor alle Utrechters. De inwoner en diens leefomstandigheden staan centraal en daarom bieden we maatwerk als individuele omstandigheden hierom vragen. Met ons beleid Samen stad maken: Geen stad zonder U faciliteren we Utrechters om actief te zijn in de eigen omgeving en om invloed uit te oefenen op gemeentelijke plannen. We versterken het buurt- en wijkgericht werken met het programma Samen voor Overvecht, het uitvoeringsprogramma Buurt- en wijkgericht werken en buurtagenda’s in zes buurten. Met ingang van 2025 is er een gemeentelijk ombudsman als vervanging van het Ombudsloket.
Groei in balans
De grote uitdagingen waar we ons voor gesteld zien, brengen dilemma’s met zich mee. Zo zijn in de RSU 2040 grote ambities geformuleerd over de groei van de stad. We willen groeien in balans en zorgen dat Utrecht zoveel mogelijk een stad voor iedereen is. Een groene en gezonde stad, die in al haar ontwikkelingen oog heeft voor het karakter van de stad.
Deze ambities blijven bestaan, maar we zullen de komende jaren investeringen anders of later moeten doen. Wat we echter niet gaan doen, is stilstaan en een hek bouwen om de stad. Stilstand is achteruitgang. Daarom werken we aan de Utrechtse aanpak. Deze is vooral gericht op betaalbaar wonen. We zijn gestart met specifieke, projectgerichte maatregelen, gericht op betaalbaar wonen, waarin we soms concessies doen op eerder vastgesteld beleid om projecten vlot te trekken. Meebewegen wanneer tegenwind wordt ervaren, is hierbij van belang. Als projecten door externe omstandigheden onder druk staan, ligt het meer voor de hand om per project maatwerk toe te passen, dan wanneer de omstandigheden voor woningbouw gunstig zijn.
Tot slot
Een sluitende begroting presenteren in financieel moeilijkere tijden is geen sinecure. Dit vraagt iets van ons allemaal: allereerst van de gemeentelijke organisatie, maar ook van organisaties in onze stad en van onze inwoners en ondernemers. Maar, zoals we in de Voorjaarsnota 2024 schreven: de huidige financiële situatie noopt tot realisme en niet tot pessimisme. Als niet alles meer kan, ga je extra kritisch kijken naar de eigen uitgaven. Alles opnieuw tegen het licht houden. Iets wat de afgelopen jaren heel veel Utrechters hebben moeten doen. Het leert ook dat misschien niet alles wat we doen nu nodig is. En het leert echt prioriteren: willen we een stad voor iedereen zijn, dan moeten we blijven investeren in diegenen die dit het hardste nodig hebben. En door financieel stabiel beleid te blijven voeren kunnen we de investeringen doen die ook echt nodig zijn, in onze inwoners en in onze prioriteiten. We repareren het dak als de zon schijnt. We schuiven niets door naar de toekomst. We kiezen nu voor de toekomst.