Actualisatie Financieel Beeld 2025
Na het vaststellen van de Programmabegroting 2024 in november 2023 is het financiële beeld aangepast aan actuele ontwikkelingen. In de tabel hieronder wordt het meerjarig geactualiseerde financieel beeld zichtbaar, van Programmabegroting 2024 naar de Programmabegroting 2025. De Programmabegroting 2025 is in principe de financieel technische uitwerking van de Voorjaarsnota 2024. Dit betekent dat alleen de door de raad geautoriseerde actualisaties bij de Voorjaarsnota 2024 zijn verwerkt in deze begroting.
Na de vaststelling/aanbieding van de Voorjaarsnota 2024 door/aan de raad hebben nog een aantal actualisaties en bijstellingen voorgedaan die van invloed zijn op het financieel beeld en nu bij de vaststelling van de Programmabegroting 2025 door de raad worden geautoriseerd. Bijvoorbeeld de uitkomsten van de Meicirculaire 2024, actualisatie risico-inschatting (scherp aan de wind varen), amendementen en moties bij de Voorjaarsnota 2024. Deze actualisaties worden onder de onderstaande tabel financieel toegelicht (onderdeel A tot en met J). Voor de actualisaties voorafgaand de voorjaarsnota en die uit de voorjaarsnota verwijzen we naar de onderliggende Voorjaarsnota 2024 .
Tabel Geactualiseerd financieel beeld 2025-2028
Financieel beeld Programmabegroting 2025
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Structureel |
---|---|---|---|---|---|
Programmabegroting 2024 | 0 | -35.596 | -37.436 | -35.870 | -35.870 |
Autonome ontwikkelingen | -47.034 | -46.386 | -43.226 | -45.984 | -47.441 |
Groeikader – baten | 9.151 | 6.621 | 8.911 | 12.336 | 12.336 |
Groeikader – lasten | -9.151 | -6.621 | -8.911 | -12.336 | -12.336 |
Knelpunten | -10.799 | -13.619 | -13.912 | -10.200 | -7.940 |
Bijsturingen | -3.420 | -2.319 | -2.152 | -2.152 | -2.152 |
Startsaldo Voorjaarsnota 2024 | -61.253 | -97.921 | -96.726 | -94.207 | -93.404 |
1. Financieel-technisch beleid | 23.399 | 10.518 | 13.327 | 10.357 | 12.806 |
2. Reëel ramen | 8.475 | 10.181 | 7.132 | 2.668 | 850 |
3. Concrete bezuinigingsmaatregelen | 10.337 | 24.247 | 31.583 | 32.807 | 31.659 |
4. Hervormingsbezuinigingen | 0 | 20.000 | 23.000 | 24.000 | 25.000 |
5. Opbrengstenverhoging | 19.283 | 22.545 | 23.090 | 23.090 | 23.090 |
6. Kasschuif | -240 | 10.429 | -1.406 | 1.286 | 0 |
Financiële strategie | 61.253 | 97.921 | 96.726 | 94.207 | 93.404 |
Eindsaldo Voorjaarsnota 2024 | 0 | 0 | 0 |
Actualisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|
A Meicirculaire | 1.141 | 2.807 | 971 | 390 | 390 |
B Aanpassing risico-inschatting inkomsten | |||||
Bestaande uit | |||||
Aanvullende compensatie WMO | 1.400 | 2.800 | 4.300 | 3.200 | |
Bijdrage Single-Use Plastic | 7.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Landelijke vreemdelingen voorziening | 2.000 | ||||
C Amendementen en moties Voorjaarsnota 2024 | -800 | 800 | |||
D Nadere uitwerking Voorjaarsnota 2024 | 694 | 694 | 694 | 694 | 2.122 |
E Reservering SUP voor zwerfvuil | -7.000 | -3.000 | -3.000 | -3.000 | -3.000 |
F Landelijke vreemdelingen voorziening | -2.000 | ||||
G Analyse reserves | 6.050 | 500 | 500 | 750 | |
Saldo Actualisatie | 7.085 | 6.201 | 4.965 | 6.134 | 5.715 |
Bijstellingen | |||||
H Hervormingen sociaal domein | -2.000 | ||||
I Aanpassing prognose BUIG | -3.500 | -2.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
J Versterken eigen vermogen | -1.585 | -4.201 | -3.965 | -5.134 | -4.712 |
Saldo bijstellingen | 7.085 | 6.201 | 4.965 | 6.134 | 5.715 |
Begroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Actualisatie:
- Meicirculaire 2024
De meicirculaire verschijnt nadat de Voorjaarsnota 2024 aan de raad is verzonden. De programmabegroting 2025 is nu aangepast conform de raadsbrief Meicirculaire gemeentefonds 2024 . Onze inkomsten uit het gemeentefonds nemen toe door de gebruikelijke actualisatie van de landelijke maatstaven. Dit positieve effect wordt echter verkleind door een lagere compensatie voor prijsstijgingen, omdat de inflatieverwachting van het CPB naar beneden is bijgesteld. Ook is voor het jaar 2025 een eenmalige korting opgenomen.
- Aanpassing risico-inschatting inkomsten
Zoals aangegeven in het coalitieakkoord varen we scherper aan de wind en nemen verwachte inkomsten mee in het financieel beeld op als deze reëel te verwachten zijn. In deze begroting nemen we mee:
- Aanvullende compensatie Wmo (2025: 0, 2026: 1,4 miljoen euro, 2027: 2,8 miljoen euro, 2028: 4,3 miljoen euro en structureel 3,2 miljoen euro)
Het Rijk heeft extra middelen in het vooruitzicht gesteld voor de vergrijzing en daarmee de extra kosten voor de WMO. Het nieuwe kabinet heeft bevestigd dat de gereserveerde middelen uit de Voorjaarsnota van het Rijk op korte termijn beschikbaar komen in het gemeentefonds. Aangezien het prognoses zijn van inkomsten en ontwikkelingen, is dit een risico. Daarom blijven we alert en sturen we als nodig bij.
- Bijdrage Single-Use Plastic (SUP) (2025: 7 miljoen euro en vanaf 2026 structureel € 3,0 miljoen euro)
De regelgeving voor deze bijdrage uit de verpakkingsindustrie is nog niet afgerond. Wel hebben we een beschikking ontvangen voor de eerste bijdrage. Deze is opgenomen in de Tweede bestuursrapportage 2024. Tegen de verdeling heeft de G4 bezwaar aangetekend. Er is nu wel meer zekerheid over de omvang van de inkomsten en daarom staan deze in de begroting. De inkomsten worden ondergebracht in de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Bij de VJN 2025 wordt afgewogen in hoeverre de egalisatiereserve wordt betrokken bij de tariefbepaling voor 2026 e.v.
- Landelijke vreemdelingen voorziening (2025: 2 miljoen euro)
Als gevolg van het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet stopt de Rijksbijdrage voor de Landelijke Vreemdelingenvoorziening. Het besluit om te stoppen met de opvang ongedocumenteerde vreemdelingen en dakloze arbeidsmigranten gaan lijnrecht in tegen de Utrechtse aanpak om te voorkomen dat met onder inhumane omstandigheden op straat belanden. Op dit moment vinden er dan ook stevige gesprekken plaats met de VNG over de voortzetting van de financiële bijdrage. De gesprekken gaan om een deel van de middelen die wij voor de LVV ontvangen (via het gemeentefonds) te behouden voor 2025 en wellicht voor een langere periode. Voor 2025 schatten wij hierdoor 2 miljoen euro te ontvangen voor de LVV.
- Amendementen en moties Voorjaarsnota 2024
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2024 zijn vijftien amendementen en negentien moties aangenomen. Alle amendementen zijn conform het genomen besluit verwerkt bij deze programmabegroting. Moties 311 en 315 hebben een financieel effect vanaf 2025 en zijn vooralsnog alleen incidenteel voor 2025 verwerkt. Hierbij opgemerkt dat uitvoering van deze moties in 2025 niet realistisch wordt geacht. De doorwerking van deze moties vanaf 2026 wordt verder nader uitgewerkt en betrokken bij de integrale afweging Voorjaarsnota 2025. Concreet betreft dit:
- M311 Behoud basis subsidieamateurkunst: de bezuiniging voor 2025 van 0,42 miljoen euro wordt teruggedraaid. De kosten worden gedekt door terugontvangen subsidiebedragen uit voorgaande jaren. Voor de bekostiging vanaf 2026 worden gesprekken gevoerd met de grote culturele instellingen. Als deze gesprekken leiden tot een positief resultaat wordt de motie structureel uitgevoerd.
- M315 Hand in eigen boezem: de bezuiniging op de bijzondere bijstand van 0,8 miljoen euro wordt voor het jaar 2025 teruggedraaid. De in de motie aangedragen dekking is onzeker. De beoogde “winst” door de verkoop van een pand is, ondanks deze onzekerheid, opgenomen in de begroting in het jaar 2026, omdat verkoop voor 2025 niet realistisch wordt geacht. Indien de inkomsten niet gerealiseerd kunnen worden is een aanvullende incidentele bezuiniging noodzakelijk.
De moties zonder financieel effect worden binnen de uitvoering van het beleid afgewogen en uitgewerkt, indien mogelijk.
- Nadere uitwerking Voorjaarsnota 2024 (2025-2028: 0,6 miljoen euro en structureel 2,1 miljoen euro)
Bij het opstellen van deze begroting zijn de mutaties in budgetten, waaronder de prijsindexatie, vertaald naar de specifieke uitvoeringsbudgetten. Daarbij zijn positieve verschillen ontstaan. Deze worden toegevoegd aan het financieel beeld.
- Reservering SUP voor zwerfvuil (2025: 7,0 miljoen en vanaf 2026 structureel 3,0 miljoen)
Zoals hierboven aangegeven bij onderdeel B is de regelgeving nog niet formeel afgerond. De wet is nog in consultatie. Daarom reserveren we deze middelen in de reserve Afvalstoffenheffing. Bij de Voorjaarsnota 2025 komen we met een voorstel voor de inzet van de middelen.
- Reservering LVV (2025: 2,0 miljoen euro en 2026: 3,0 miljoen euro)
De middelen die wij voor de LVV verwachten te ontvangen (2 miljoen euro), zetten wij in om de opvang voort te zetten. Door de extra verwachte inkomsten, middelen uit het coalitieakkoord en amendement A112 bij de Voorjaarsnota 2024 kunnen wij de opvang in 2025 en 2026 voortzetten.
- Analyse reserves en voorzieningen
Bij de Voorjaarsnota 2024 is aangekondigd dat we de reserves gaan analyseren. De bevindingen van deze analyse zijn opgenomen als bijlage. We laten een aantal bedragen vrijvallen, passend binnen de mogelijkheden van de nota reserves: uit de reserve Frictiekosten Leidsche Rijn (2025: 0,25 miljoen euro, 2026: 0,5 miljoen euro, 2027: 0,5 miljoen en 2028 0,75 miljoen euro) , en de reserve Europese subsidies wordt opgeheven (2025: 1 ,0 miljoen euro). Het risico van terugbetaling en overprogrammering van deze subsidies wordt laag ingeschat en, in navolging van de andere G4-steden, wordt er geen specifieke reservering meer ingesteld. De vrijval van deze reserves komen ten bate van de algemene reserve waarmee het eigen vermogen op peil blijft. De voorziening lichtreclame komt vanwege positieve ontwikkelingen mbt het dispuut lichtreclame ook te vervallen (2025: 4,8 miljoen euro).
Bijstellingen:
- Hervormingen Sociaal domein (2025: 2,0 miljoen euro)
Om de hervormingen in het sociaal domein te realiseren zijn incidentele investeringen nodig voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe zorgvormen die de aanvullende zorg vervangen. De inschatting is dat 2 à 4 miljoen euro nodig is. In deze programmabegroting hebben wij 2 miljoen euro vrijgemaakt en toegevoegd aan een nieuw in te stellen reserve. Mocht bij de Jaarstukken 2024 binnen het Sociaal domein een positief resultaat gerealiseerd worden, zullen we indien nodig een voorstel doen de reserve te verhogen.
- Aanpassing prognose BUIG
In 2024 is er een aanzienlijk tekort op de uitkeringen. Het Utrechtse uitkeringenbestand neemt toe. Dit is tot nu toe tegen de landelijke trend in. Landelijk zien we nu een beperkte afname van het bestand. In de toekomst zien we echter dat ook landelijk het aantal bijstandsgerechtigden groeit.
Wij verwachten dat het verschil tussen de compensatie van het Rijk en de uit te betalen uitkeringen in 2025 afneemt en daarom verhogen we het budget met 3,5 miljoen euro. Structureel worden de budgetten met 1 miljoen euro verhoogd, omdat de afgelopen jaren de inkomsten van het Rijk en onze uitgaven een tekort laten zien. Het is lastig een inschatting te maken van het effect op onze begroting, omdat het Rijk pas eind september een prognose geeft voor de compensatie BUIG 2025. Overigens wordt het risico op de BUIG standaard opgenomen in het risicoprofiel.
- Versterken eigen vermogen
De meerjarige geprognosticeerde balans wordt één keer per jaar en wel bij de programmabegroting geactualiseerd. Deze actualisatie werkt door in de uitkomsten van de financiële kengetallen (voor uitwerking zie ook paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Ons uitgangspunt is een programmabegroting met ruimte voor noodzakelijke investeringen in onze stad en inwoners, die financieel in evenwicht is en leidt tot een toereikend weerstandsvermogen om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Daarom versterken we het eigen vermogen door het begrotingssaldo toe te voegen aan de Algemene dekkingsreserve. Hiermee houden we een stabiele solvabiliteitpositie voor nu en in de toekomst, die ook binnen de signaleringswaarde van de provincie blijft (risico Neutraal). Maar we blijven scherp op de optimale balans tussen toekomstige investeringsvolumes (nader onderzoek investeringsplafond) en onze solvabiliteit.